
Ben je nieuw in de branche en wil je met synthetische en/of brandbare koudemiddelen werken? Dan heb je een certificaat nodig, maar welke kies je: het A1-koudemiddelen certificaat of het A2-koudemiddelen certificaat? Het verschil tussen het A1 en A2 koudemiddelen certificaat lijkt op het eerste gezicht groot, maar in de praktijk valt dat mee. In dit blog leggen we precies uit wat het verschil is tussen A1 en A2, wat je met elk certificaat mag doen en welk certificaat het beste bij jouw werkzaamheden past.
Net als bij de F-gassen categorie 1 en 2 certificaten zit het verschil in de bevoegdheden die een certificaat je geeft. Bij een F-gassen categorie 1 certificaat mocht je handelingen verrichten aan alle installaties die op synthetische koudemiddelen draaien, terwijl je met een categorie 2 certificaat alleen met installaties mag werken tot 3 kg koudemiddelinhoud.
Je zag vaak dat de echte koelmonteurs voor het F-gassen categorie 1 certificaat gingen en loodgieters die naast de cv-ketels ook nog een warmtepomp of een airco plaatsten, juist voor categorie 2 gingen. Voor het A1 en A2 certificaat geldt ongeveer hetzelfde:

Met hermetisch gesloten systemen worden koelinstallaties bedoeld die helemaal zijn afgesloten door middel van las- of soldeerverbindingen. Er kan dus geen koudemiddel uit lekken. Denk bijvoorbeeld aan koelkasten in woningen of een mobiele airco. Wil je bij het koudemiddel komen, dan moet je er zelf een prikkraan monteren.
Je zou zeggen, hoe meer bevoegdheden je hebt, hoe meer je moet weten. Dus een A1-koudemiddelen examen zal moeilijker zijn en langer duren dan een A2-koudemiddelen examen. Ook zal de bijbehorende opleiding langer en dus duurder zijn. Toch? Nee.
Hoewel dit zeker het geval was bij de oude categorie 1 en 2 certificaten, gaat dit verhaal nu niet op. Want als we de Europese uitvoeringsverordening erbij pakken, dan valt ons op dat het verschil op kennisniveau echt nihil is.
In de uitvoeringsverordening vind je een lijst met eindtermen die voor elk certificaat geldt. Niet alleen voor A1 en A2, maar ook de andere koudemiddelen zoals CO2 en ammoniak. Het gaat hier om theoretische of praktische kennis, oftewel een T of een P voor respectievelijk theorie of praktijk.

Vergelijken we de T’tjes en P’tjes tussen A1 en A2, dan zit daar een verschil van slechts één P’tje in. Bij het onderdeel: “installaties, inwerkingstelling en onderhoud van eentraps- en tweetrapszuiger-, schroef- en scrollcompressoren” zien we dat je voor het A2-koudemiddelen certificaat geen kennis hoeft te hebben van het: Afstellen van de aanzuig- en afvoerventielen.

Dat is het enige verschil. Verder zijn alle leerpunten voor A1 en A2 gelijk. Dus nog even voor de duidelijkheid: voor het A1-koudemiddelen certificaat gelden 94 eindtermen en voor het A2-koudemiddelen certificaat 93 eindtermen.
Binnenkort gaat Nederland over op twee nieuwe koudemiddelencertificaten. Dit zijn de vervangers voor de F-gassen en brandbare koudemiddelencertificaten. Vanwege Europese regelgeving gaat het hele stelsel op de schop, zodat straks alle Europese landen met dezelfde certificaten werken.
Het is dus belangrijk om te weten welk certificaat voor jou van toepassing is, zodat je daar je training op kunt afstemmen. Er zit namelijk een verschil tussen de bevoegdheden van deze certificaten. Maar dat verschil uit zich niet in de hoeveelheid kennis die je moet hebben.
Op basis van de leerdoelen die in de Europese uitvoeringsverordening staan kun je het beste voor een A1-koudemiddelen certificaat kiezen.
Voor beide certificaten moet je nagenoeg hetzelfde leren en kunnen. Maar met het ene certificaat mag je in principe aan alle systemen werken terwijl je met het andere certificaat beperkt bent. Sterker nog, met deze minimale verschillen gaan wij als opleidingsinstantie niet eens een A2 training aanbieden. Dat is zonde van geld.
Nu weten we nog niet wat er uiteindelijk in de BRL-200 komt te staan. Deze zou halverwege oktober 2025 klaar zijn, maar wij hebben op dit moment (5 nov 2025) nog geen informatie ontvangen van de desbetreffende partijen. Ook voor ons is dat dus nog gissen. Maar aangezien de BRL is gebaseerd op de Europese uitvoeringsverordening, verwachten wij dat daar niet heel veel verschil in gaat zitten.
Vanaf 2029 mag je alleen werken aan deze middelen als je dit nieuwe certificaat op zak hebt. De F-gassen A1 training van Studium bereidt je volledig voor op dit gecombineerde certificaat. Je leert werken op installaties met F-gassen en brandbare alternatieven zoals propaan en isobutaan. Veilig, praktijkgericht en helemaal afgestemd op het officiële A1-examen.
Na afloop ben je bevoegd om zelfstandig te werken aan alle koudesystemen, ongeacht het koudemiddel of hoeveelheid. En dat voor de komende zeven jaar.
Wil je je inschrijven?
👉 Meld je aan voor de A1 training.
Of wil jij weten of het A1 of A2 certificaat het beste past bij jouw werk? Neem contact op met onze opleidingsadviseur Michel.
Maak gebruik van onze informatiesessies